Van Jan, de jongere broer van Jacob III, is de geboortedatum eveneens onbekend. Hij was proost van het kapittel van Sint-Lambertus in Luik. Hij had de lagere wijdingen die voorafgaan aan een priesterwijding, tot subdiaken en diaken, ontvangen. Hij hield echter rekening met de mogelijkheid dat zijn broer Jacob kinderloos zou blijven en had daarom al eerder aan de paus toestemming gevraagd om uit de geestelijke stand te mogen treden.
Huwelijk & Kinderen
In het voorjaar van 1533 trouwde Jan met de Anna van Egmond, weduwe van Joseph van Montmorency. Anna had al vier kinderen: Pilippe, Floris, Maria en Eleonora. Alle vier trouwden met partners uit vooraanstaande families. Floris trouwde met Helena van Melun, dochter van de prins van Epinoy. Maria trouwde met Karel van Lalaing, stadhouder van Henegouwen, en na diens overlijden met Pieter Ernst van Mansfeld, stadhouder van Luxemburg, beiden ridders in de Orde van het Gulden Vlies. Eleonora trouwde eerst met generaal Pontus van Lalaing, stadhouder van Artesië, en later met Antoon van Lalaing, graaf van Hoogstraten. Ook deze twee werden opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies. Die eer zou ook de beide zonen van Anna van Egmond, Filips en Floris, te beurt vallen.
Beleningen
Op 27 augustus 1531, slechts drie weken na de dood van zijn broer Jacob, werd Jan door de prins-bisschop van Luik, Everhard van der Marck, beleend met het graafschap Horn. Bijna twee maanden later zei de nieuwe graaf de onderdanen van Horn, Wessem, Weert en Nederweert toe dat hun privileges zouden worden gehandhaafd.
Hij erfde ook de andere bezittingen van zijn broer: Weert, Nederweert, Wessem, Kortessem en Bocholt en het Land van Altena met elf heerlijkheden. Jan was de eerste graaf van Horne die regelmatig de titel heer van Weert voert. Hij schonk diverse gebrandschilderde ramen aan Luikse kerken met afbeeldingen van zijn familie en van zichzelf. Op één daarvan staat de tekst ‘Johan, greeff tzo Hoern’.
Een laatste poging
Jan was de laatste van de Hornes. De familie was er alles aan gelegen dat het geslacht niet zou uitsterven. Hij vertrok uit Luik om graaf van Horne en heer van Weert te worden. Jan had toen al twee onwettige kinderen, Jan en Margaretha, maar zijn huwelijk met Anna van Egmond bleef kinderloos. Daarom vroeg Jan in juni 1538 aan de nieuwe prins-bisschop van Luik, Cornelis van Bergen, die een neef was van Jan en bovendien een broer van Anna’s moeder, toestemming om zijn goederen aan zijn stiefzoon te vererven. Die goedkeuring was nodig omdat alleen van vader op (wettige) zoon geërfd kon worden. Hij kreeg die toestemming, ook van hertog Karel van Bourgondië en Brabant.
Op 26 november 1540 regelde hij een huwelijkscontract tussen zijn stiefzoon Philippe en Walburgis van Nieuwenaar. Twee dagen later maakte hij zijn testament op, waarin Philippe tot zijn universele erfgenaam werd benoemd, al behield diens moeder tot aan haar dood het vruchtgebruik van het graafschap. Ook droeg hij het klooster Sint Elisabethsdal op om jaarlijks voor hem missen te lezen. Als tegenprestatie werd elk jaar twaalf mal der rogge en een os geleverd aan het klooster. Graaf Jan van Horne stierf op 10 december 1540. Daarmee waren de Hornes in rechte lijn uitgestorven. Graaf Jan werd begraven in het priesterkoor van de minderbroeders Franciscanen in Weert